Hoe meer autonomie, hoe meer de baas over ons oerbrein?

Rosa Klaassen

Ons gevoel van autonomie heeft een sterke invloed op hoe we communiceren. Wat wij in sociaal verkeer onbewust vaak doen is het activeren van het ‘veiligheidssignaleringssysteem’ in het brein van de ander. En andersom: ons eigen signaleringssysteem kan worden geactiveerd door wat anderen in gedrag naar ons doen. Dat systeem in onze hersenen bestaat uit twee amandelvormige kernen: de amygdalae. Meervoud van amygdala.

Zij scannen volautomatisch de omgeving op veiligheid. Altijd. Dus ook als je in contact bent met andere mensen. En dat gebeurt nogal eens. Aan de ontbijttafel, onderweg in het verkeer, op het werk, tijdens het sporten, bij een borrel of in bed. Sein ‘rood’ is daarbij krachtiger dan sein ‘groen’. En wordt scherper onthouden.

Waarop toetst het brein veiligheid?

Het brein toetst op verschillende veiligheidsindicatoren. Autonomie is daar een van. Autonomie is je perceptie van keuzevrijheid over wat je doet en laat.

Hoe meer autonomie je brein ervaart, hoe veiliger het zich voelt. En minder autonomie, betekent meer gevaar.

En hoe meer gevaar, hoe meer je fight-flight-freeze reflex wordt geactiveerd. En als die reflex geactiveerd is, dan richt het brein zich op dat gevaar. Andere breinprocessen, zoals leren, relaxed of gelukkig zijn, worden ‘on hold’ gezet. Eerst het gevaar maar eens uit de wereld. Zo simpel is het.

Zonder veiligheid geen leren

Dus veiligheid en bijvoorbeeld leren, of ontwikkelen in brede zin, hebben veel, zo niet alles met elkaar te maken. Zonder veiligheid geen leren en hoe veiliger het is, hoe meer het brein zich voor leren kan openstellen. Safety first. Alles moet daarvoor wijken. Zorgen dat je niet wordt opgegeten, en dan zelf gaan eten, weet je nog?

Het ervaren gevaar in onze moderne steppe hoeft niet een reëel* gevaar te zijn. Reëel in de betekenis van: het voortbestaan wordt echt bedreigd. Voorbeelden van gevaren: slangen, leeuwen, vijandige stammen, onweer, overstromingen. Of een ander gevaar: ik dreig uit de roedel te worden gestoten. Dat overleef je niet in de oertijd. Het gevoel van uit de roedel te worden gestoten, is de basis van het gevoel dat ontstaat bij pesten op school, of ontslagen of wegbezuinigd worden op je werk. Voor het brein is het ervaren gevaar, het echte gevaar. De pijn die daarbij ervaren wordt, is vergelijkbaar met fysieke pijn. Een paracetamolletje kan al een beetje helpen.

De oertijd in onze moderne steppe

Goed. Laten we eens gaan kijken naar een zin, die over het algemeen invloed heeft op de ervaren autonomie in deze tijd: “Dat moet je nú doen.” Misschien wel de oervorm van het druk uitoefenen op het gevoel van autonomie. De keuzevrijheid is weggenomen, zowel de vrijheid of je het al dan niet wilt doen (moeten), als de vrijheid wanneer je het zou gaan doen (nú!). Als iemand dit tegen je zegt, is de kans groot dat je brein dit als gevaar ervaart en je dat laat weten door een onplezierig of zelfs bedreigd gevoel.

Als je brein gevaar voelt, dan bereidt het zich voor op fight-flight-freeze. Volautomatisch. Er wordt adrenaline aangemaakt, dat voel je. Opgejaagd gevoel, hartslag gaat omhoog, bloeddruk idem, pupillen worden kleiner, omdat deze zich focussen op gevaar, zweten. Degene die dit naar jou zegt, wordt door je eigen hersenen herkend als een slang/leeuw/vijand met knots/modderstroom. En reageert  dienovereenkomstig.

Zo speelt de oertijd nog een aardige rol in onze moderne steppe.

En wat doe je dan?

Oertijds reageren. Actie roept reactie op. Heel basaal. Bijvoorbeeld terugroepen “Doe het effe lekker zelf!” of “Bekijk het, doe ik mooi niet!” Soms lukt het om dit alleen maar te denken in jezelf en toch nog verbouwereerd te zeggen “Oké”. Bijvoorbeeld als het je baas was die het je zei. Dan komt het emotioneel geactiveerde er later uit. Je vertelt dan zomaar tegen een collega: “Wat ik nou heb meegemaakt, dat geloof je niet! Zegt ie zomaar tegen me…”. En je collega zegt terug: “Nou ja zeg, méén je niet!” Die kan wel een cursus communiceren gebruiken (of een opleiding denken en handelen vanuit groeimindset, maar dit slechts terzijde). Even napraten met een ander helpt vaak om weer emotioneel te kalmeren.

Dat iemand de zin ‘Dat moet je nú doen’ uitspreekt, inclusief non-verbaliteit, is vrijwel nooit toeval. Dat komt voort uit de overtuigingen en verwachtingen die iemand heeft over (gedrag van) anderen, en zichzelf. Verwachtingen die overigens al een oorsprong kunnen hebben in de jeugd van iemand en sec niet specifiek gelinkt hoeven zijn aan de ontvanger van de boodschap. Gedrag in het hier en nu, ligt zo besloten in ervaringen van toen. Eigen verleden (triggerpoints), maar ook de genetische informatie toen wij nog als jager-verzamelaars leefden. We leven relatief nog maar heel kort in deze ‘nieuwe wereld’. We waren veel langer jager-verzamelaars, waar je in overzichtelijke groepen leefde. En het leven in het teken stond van overleven. Die wereld is niet meer te vergelijken met de onze. Maar ons brein denkt dat nog wel. Beetje jammer, maar eigenlijk heel logisch.

Hoe kan het ook?

Modern aan elkaar relateren. Door de autonomie van de ander niet te verlagen, maar juist te verhogen. Bijvoorbeeld te vragen: “Zou je dat nu willen doen, alsjeblieft?”. Je stelt een vraag, waarmee de autonomie wordt verhoogd. Er valt immers wat te kiezen. En het woordje alsjeblieft helpt ook vaak. En dat vindt het brein fijn.

De emotionele afleiding komt nu te liggen op het woordje ‘nu’ omdat het nog steeds de autonomie indrukt. Het zou dus zelfs nog breinvriendelijker kunnen, zodat het nog prettiger aanvoelt. Probeer zelf maar eens een breinvriendelijkere zin te formuleren. Want een brein dat zich prettiger voelt, is eerder genegen om mee te werken. Eigenlijk een heel simpel principe. Zo denken en communiceren is te leren.

Door onze eigen emoties en overtuigingen/verwachtingen, die elkaar ook nog eens beïnvloeden, komen we nogal eens uit in autonomie-verlagend gedrag. Denk maar eens hoe je feedback geeft of ontvangt, of beoordelingsgesprekken die zomaar als veroordelingsgesprekken worden ervaren.

Modern brein helpt oerbrein

Gelukkig hebben we een modern, krachtig instrument tot onze beschikking: De prefrontale cortex. Daar liggen vermogens opgeslagen, die ons kunnen helpen om gedrag, waar communicatie er een is, te ontwikkelen dat door anderen als veilig(er) wordt ervaren. Die kunnen we leren inzetten om onze verwachtingen te managen en gedrag te leren kiezen dat autonomie verhoogt.

*reëel voor het brein is….. wat reëel is voor het brein. Waarmee niet gezegd is dat er geen realiteit is, maar we kennen alleen de realiteit die door ons eigen brein gecreëerd wordt.  

Meer artikelen

Status, daar ben ik toch ongevoelig voor?

Cees Frankruijter

Hoe gevoelig ben jij voor status? En wat heeft het te maken met leren en ontwikkelen?

Meer lezen

Je oerbrein (is) de baas

Cees Frankruijter

Ons oerbrein heeft invloed op het hier en nu. Weten hoe...?

Meer lezen

Vragen? Wij hebben antwoorden.

Heb je vragen voor ons of over het aanbod? Bekijk de veel gestelde vragen (FAQ) of neem direct contact met ons op.

Veel gestelde vragen